Roof

De ontvreemding van joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog

Dit boek toont aan dat de beroving, die de nazi’s stelselmatig probeerden te camoufleren, totaal is geweest. Aan bod komen vragen als: wie kocht de geroofde spullen?, waar bleven ze? En wat was de rol van de Nederlandse collaborateurs? Ook de roof van kunst, zowel joodse als niet-joodse, komt uitgebreid aan de orde.

Het Duitse roofapparaat dat tijdens de Tweede Wereldoorlog het bezit van Nederlandse joden confisqueerde, was buitengewoon efficiënt. De totale buit bedroeg ten minste 14 miljard gulden in hedendaagse waarde.

Joodse bedrijven werden het eerste slachtoffer van de naziroofzucht, die in mei 1942 een triest hoogtepunt bereikte toen joden werden gedwongen hun gehele privé-bezit in te leveren. Er werd slechts een uitzondering gemaakt voor gouden gebitsvullingen – maar dat betekende uitstel, geen afstel. Alles, van contant geld en effecten tot kunst, sieraden en betek moest bij de roofbank ‘Liro’ worden ingeleverd.

Roof | 331 pagina’s | Sdu Uitgevers | mei 1999 | ISBN  9012087473