Op Prinsjesdag kan ik mijn hart ophalen. De ‘uitkeringen’ voor de leden van het koninklijk huis worden dan bekend gemaakt. Natuurlijk is geld niet de reden waarom de monarchie zou moeten verdwijnen. In de kern is het een niet-democratische instelling die in onze tijd geen bestaansrecht heeft en in Nederland eigenlijk ook nooit heeft gehad. We kregen immers in 1813 een koning opgedrongen door de landen die een eind aan de heerschappij van Napoleon hadden gemaakt.
Het is wel eens lekker je te ergeren aan dat gesmijt met geld naar het koningshuis. Hoe gul heeft het kabinet de koning en zijn familie komend jaar weer bedacht? Terwijl essentiële werkers, zoals die in de zorg, geacht worden gewoon door te gaan met hun gesappel, krijgen de Oranjes, die moeilijk op een aanwijsbaar nuttige functie kunnen worden betrapt, er bakken met geld bij.
Geen salaris dus, maar een ‘uitkering’, al ligt die duizenden malen hoger dan die van de gewone uitkeringstrekker. Rutte-humor, zullen we maar zeggen. De vorstelijke uitkeringen gingen er jaloersmakend op vooruit: ruim 5 procent meer dan vorig jaar. De doorsnee burger moet het volgens de schatting van het CBS doen met slechts 0,8 procent.
Willem-Alexander krijgt op een paar duizend euro na een miljoen. Máxima moet het doen met krap vier ton en de gepensioneerde Beatrix krijgt 564.000 euro toegestopt. Prinses Amalia valt volgend jaar, als ze op 7 december meerderjarig wordt, ook in de prijzen. Voor de resterende drie weken van 2021 kan ze 110.000 euro tegemoetzien. Pas vanaf 2022 zal Amalia financieel volledig onafhankelijk van haar ouders zijn, dankzij een jaarlijks bedrag van 296.000 plus een vergoeding van 1.338.000 euro, want het kind heeft natuurlijk ook haar onkosten en ze moet haar personeel betalen. Maar al met al toch niet gek voor een tiener die nog op school zit.
De opvoeding van Máxima, die er altijd prat op gaat dat ze haar dochters financieel kort houdt om ze met geld vertrouwd te maken, is zo in een klap naar de ratsmodee. Naast hun uitkering (de A component) krijgen de uitkeringsgerechtigden een meer dan riante onkostenvergoeding (de B component). Daarnaast kan de familie kosten declareren als die gerelateerd zijn aan de uitoefening van het koningschap. Wat die kosten zijn bepalen ze zelf, geen hond die het controleert. Vergeet niet dat het Oranjes zijn en dat het om geld gaat. Overigens is het onmogelijk te weten wat het koningshuis in de praktijk kost. De kosten zijn verdeeld over vele departementen en de beveiligingskosten (tientallen miljoenen) worden om ‘veiligheidsredenen’ consequent buiten beeld gehouden. Als we alle kosten voor de monarchie volgens de officiële cijfers bij elkaar optellen komen we op ruim 45 miljoen euro. Structureel te laag. Vermoedelijk valt het werkelijke bedrag zes keer hoger uit.
De Kamer moet nog wel akkoord gaan met de ‘uitkeringen’. Volgens de Grondwet moet de begroting voor het koningshuis ieder jaar opnieuw worden vastgesteld in een afzonderlijke wet. Maar ach, na wat ritueel gemopper krijgt de de familie steevast wat het kabinet heeft voorgesteld. De hoop dat de hakken eens in het zand gaan, heb ik allang opgegeven. Daarvoor telt monarchie (nog) teveel aanhangers. Laat maar gaan, vindt de Kamer dan.
In mijn Oranje Zwartboek dat 15 oktober verschijnt, ga ik diep in op de (non)verdiensten van het Oranjehuis voor Nederland. Ik had die natuurlijk ook gemakkelijk in een tweetje kunnen opsommen, maar door ruime onderbouwing is het een tamelijk dik boek geworden. Een aanrader voor alle Oranjefans. En voor mensen die hun gelijk bevestigd willen zien.
Tot slot nog een veel gehoorde opmerking: ‘Ja, maar een president kost ook geld’. Natuurlijk is dat zo. Hij of zij krijgt een salaris (volgens de Balkenende-norm) en uiteraard een knappe dienstwoning (denk aan het Catshuis). Maar we hoeven niet zijn vrouw, zijn ouders en zijn oudste zoon of dochter onder geld te bedelven. We hoeven niet drie paleizen te onderhouden, evenmin als een eigen trein, een privé touringcar en een vloot auto’s. Van belastingvrijstelling is ook geen sprake.
Al weer wat jaren geleden in de trein van Flåm naar Myrdal sprak ik met een Duits echtpaar uit Dillenburg in Hessen en vertelde mij een lokaal gezegde en wat dat gezegde betekent. Wellicht kent u het gezegde ook al.
Het gezegde: "Das ist ein Nassauer" wordt gebruikt voor mensen die graag feesten en festivals bezoeken zonder ervoor te betalen of wat terug te doen. Iemand die zonder tegenpresentatie van allerlei diensten gebruikt maakt waar andere mensen voor betaald hebben.
Nassauer staat dus gelijk aan: profiteur, klaploper, uitnemer enz.
Zojuist heb ik me verdiept in de financiën van de Scand. koningshuizen Denemarken, Zweden, Noorwegen. Vooral met Noorwegen heb ik een sterke band, mijn tweede vaderland. In dit land staat het koningshuis bekend als sober, zuinig en zelf de broek ophouden. Ik voelde argwaan en ging onderzoeken: ook daar vliegen de tientallen miljoenen je om de oren, jaarlijkse bedragen, begrotingen die net zo overvloedig zijn als die van het Ned. koningshuis. Of ze ook zo'n vestzak/broekzak-constructie hebben wat altijd als flutargument wordt aangevoerd om ze geen belasting te laten betalen in Ned. kan ik niet terugvinden, maar de bedragen zijn tientallen miljoenen per jaar.
Niks sober en zuinig en het moet door veel minder burgers dan in Ned. worden opgebracht. Kent iemand de kilometerslange rij voor de voedselbank in Oslo? Ik wel en keek mijn ogen uit, merendeel autochtonen die de welvaartsgraad niet kunnen bolwerken. Gebakken lucht dus, dat idee dat de koningshuizen in het Noorden zoveel bescheidener zouden zijn…..