Berichten

Een absurd voorstel

Na D-day lanceerde Wilhelmina het idee om de Duitse bevolking in de grensstreken met Nederland, gezinnen met kinderen niet uitgezonderd, te deporteren naar een of andere verre uithoek. Gelukkig nam geen enkele geallieerde bondgenoot Hare Majesteit serieus

Wilhelmina, Moeder des Vaderlands, ging er als een haas vandoor toen er nog soldaten in haar naam sneuvelden. Het was een welbewuste actie, die slecht viel bij de bevolking en dus breidde Hare Majesteit er een mouw aan. Ze schreef in haar memoires dat ze het liefst samen met haar soldaten op de Grebbeberg was gesneuveld, maar helaas was dat lot haar niet gegund. De vlucht naar Engeland, beweerde ze, was een samenloop van omstandigheden geweest. Dat zat toch anders.

Als we Oranjegezinde historici mogen geloven, heeft de vorstin ons vanuit Londen door de oorlog gesleept. Haar radiopraatjes voor radio Oranje besloegen in totaal 6 uur. Nog afgezien dat dat weinig is over vijf jaar oorlog, win je er geen oorlog mee. De Parlementaire Enquêtecommissie (PEC) die het Londense regeringsbeleid onderzocht, noemde haar vertrek een van de belangrijkst beslissingen uit de oorlogsperiode. Ze had in ballingschap het prestige van Nederland bewaakt (daar win je evenmin een oorlog mee) en ze had ‘de invloed van Nederland in de bondgenootschappelijke beraadslagingen verzekerd’, wat pure kolder is.

Mevrouw had geen flauw idee van wat er zich afspeelde. Ze dacht binnen enkele maanden in Nederland terug te zijn, maar schoof dat telkens weer – ingehaald door de werkelijkheid – een aantal maanden op. Pas na een paar jaar begon het haar te dagen. Van internationale politiek had ze geen benul; ook nooit gehad trouwens. Haar hooggeprezen ‘invloed’ op de belangrijkste bondgenoten was pure fantasie.
Churchill sprak ze twee keer per jaar. De Amerikaanse president Roosevelt nog minder. Roosevelt bepaalde het beleid en zelfs Churchill had maar naar hem te luisteren, afhankelijk als hij was van de Amerikaanse materiële en financiële steun. Stalin sprak ze nooit. Ze haatte de Sovjet-Unie. Toen Nederland in 1934 voor toetreding van Rusland  tot de Volkenbond wilde stemmen, dreigde ze met aftreden. Ze kreeg haar zin.

Wilhelmina ging in 1942 bij Roosevelt op bezoek, samen met haar minister van Buitenlandse Zaken Eelco van Kleffens. Ze wilde met Roosevelt over de toekomstige vrede praten, maar daar had Roosevelt geen zin in. Naar buiten toe pretendeerde hij grote bewondering voor Wilhelmina te hebben, maar in werkelijkheid vond hij haar een raar, over het paard getild mens en een absolute nul op het gebied van internationale politiek.

Roosevelt arriveerde veel te laat voor hun gesprek. Niet omdat dat hij ‘scared to death’ voor haar was, zoals de mythe wil, maar omdat hij zijn tijd wel beter kon besteden. Eenmaal gearriveerd liet hij Wilhelmina en haar minister nauwelijks aan het woord. Hij verkoos de tijd te vullen met anekdotes uit zijn presidentschap. Op het laatst roerde hij enkele politieke onderwerpen aan, maar deed dat zo vaag dat Wilhelmina noch Van Kleffens een idee hadden waar hij eigenlijk naar toe wilde, hetgeen ongetwijfeld Roosevelts bedoeling is geweest.

Na D-day lanceerde Wilhelmina het idee om de Duitse bevolking in de grensstreken met Nederland te deporteren naar een of ander verre uithoek. Het waren vast allemaal nazi’s en die wilde ze niet in haar buurt. Dus moesten al die ‘rotmoffen’, gezinnen met kinderen niet uitgezonderd, op transport. Of Van Kleffens dat even wilde regelen met de Britten en Amerikanen. Haar plan zou deel moeten uitmaken van de capitulatievoorwaarden.

Van Kleffens vond het een idioot voorstel – het ging ten slotte om de verbanning van miljoenen mensen – en noteerde: ‘Jawel, jawel, het is immers zoo reëel gedacht en zoo simpel van uitvoering.’

Wilhelmina heeft haar waandenkbeeld in enkele brieven ook bij Roosevelt aangekaart. Ze kreeg niet eens antwoord. Zijn stilzwijgen benadrukt nog eens dat hij Hare Majesteit niet serieus nam. Een wijs man.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in De Republikein, nummer 2, mei 2020 

De ‘idiosyncrasy’ van koningin Wilhelmina

Dagblad Trouw kwam onlangs met ‘nieuws’ over koningin Wilhelmina. Ze zou van plan geweest zijn hoge Duitse nazi’s uit te ruilen tegen Leopold III van België die gevangen zat en voor wiens leven ze vreesde. Hoe ze haar plan dacht te verwerkelijken blijft een raadsel.

Haar minister van Buitenlandse Zaken Eelco van Kleffens noteerde Wilhelmina’s gedachtenspinsels braaf in zijn dagboeken. Vaak nam hij haar niet serieus. Dat was ook het geval toen ze miljoenen Duitsers wilde deporteren.

Wilhelmina wilde namelijk voorkomen dat Duitsland ooit weer een gevaar voor Nederland werd. Ze maakte de Amerikaanse president Roosevelt per brief deelgenoot van haar plan. De gehele Duitse bevolking in de buurt van de Nederlandse grens moest gedwongen worden naar een of andere uithoek te verhuizen. Na al die jaren onder Hitler waren ze ongetwijfeld allemaal nazi geworden. Dus moesten ze allemaal op transport.

Ze vroeg Van Kleffens haar plan aan te kaarten bij de Amerikanen en ervoor te zorgen dat het onderdeel werd van de capitulatievoorwaarden. De minister maakte haar voorzichtig duidelijk dat er voor haar plan geen draagvlak zou zijn. In een brief aan ambassadeur Alexander Loudon in Washington klaagde hij: ‘Mijn telegram over de onwenschelijkheid van openbare bespreking van het vraagstuk der al of niet verbanning van Nazis en andere rotmoffen hangt samen met een waarschijnlijk tijdelijke idiosyncrasie van HM, die alle Nazis (“natuurlijk met vrouwen en kinderen, ziet U”) doodeenvoudig wil verbannen: “U wil daar dus wel voor zorgen.” Jawel, jawel, het is immers zoo reëel gedacht en zoo simpel van uitvoering.’

Roosevelt heeft nooit gereageerd op Wilhelmina’s plan, Hij had het helemaal met Hare Majesteit  gehad nadat hij haar een keer over de vloer had gehad in zijn buitenhuis Hyde Park Mansion. De president arriveerde daar volgens de notities van Van Kleffens veel te laat, en toen hij er eindelijk was, vulde hij de resterende tijd met anekdotes en grappen. In overleg met Wilhelmina had hij evident geen zin. Tot immense teleurstelling van ons staatshoofd, noteerde Van Kleffens.

Als goed diplomaat bleef Roosevelt beleefd en in de officiële verslagen tref je ook geen onvertogen woord over Wilhelmina aan. Maar in familiekring beschreef hij haar als een bekrompen en onaangenaam mens. Dat heeft zijn kleinzoon Curtis naar buiten gebracht. De president en zijn echtgenote Eleanor vonden Wilhelmina ‘een bigotte, onzuiver redenerende, onmogelijk veeleisende, intens egocentrische oude dame, iemand zonder enig inzicht in de werkelijke machtsverhoudingen in de wereld.’

Wie kennis neemt van Wilhelmina’s plannen voor uitruil en deportatie kan de president geen ongelijk geven.

Dit stukje verscheen eerder in Argus, 14 mei 2019