Openbaarheidsdag
Dinsdag 5 januari was het weer ‘Openbaarheidsdag’ op het Nationaal Archief in Den Haag. Er worden dan overheidsarchieven vrijgegeven. Normaal gaan die na 20 jaar open maar veel stukken blijven om redenen van privacy, landsbelang of nationale veiligheid 50 of zelfs 75 jaar geheim. Zoals een bedankbriefje van koningin Wilhelmina aan ene heer Sanders voor de heerlijke speculaas die hij haar toegestuurd. Dat epistel bleef maar liefst 75 jaar aan de openbaarheid onttrokken. Privacy? Landsbelang? Nationale veiligheid? Geen van drieën lijkt mij.
In de pers was veel aandacht voor de stukken over het koningshuis die vrijkwamen. Volgens de NOS heerste er een opgewonden stemming op het archief maar bij mezelf, ik was erbij, merkte ik daar weinig van. Ik weet namelijk dat we op deze dag een beetje door de overheid worden belazerd. Ik spreek uit ervaring.
Een paar jaar geleden kwam volgens een persbericht van het Nationaal Archief het totale archief over het Lockheed-schandaal (een eufemisme voor het corrupte gedrag van prins Bernhard) vrij. Het Nationaal Archief wist zelf ook niet beter dan dat voortaan alles openbaar was. Maar ik had de inventarislijst van het Lockheed-archief (dat op ministerie van Algemene Zaken werd bewaard) in handen gekregen. Volstrekt onbedoeld uiteraard. De leuke stukken zaten tot 2025 op slot en de nog sappiger stukken zelfs tot 2050: zoals inventarisnummer 12520 met verslagen van gesprekken met de prins. Is het een wonder dat ik mijn bedenkingen heb tegen het charmeoffensief van de overheid die aantoonbaar liegt over openbaarmaking van haar archieven?
Onder historici bestaat een gegrond vermoeden dat het Koninklijk Huisarchief (KHA) gebruikt wordt als een veilige kluis voor geheime documenten. Het KHA is een particulier archief dat geheel door het Rijk wordt gefinancierd. Particuliere stukken vallen niet onder de archiefwet en daarom hoeft er geen inzage worden gegeven. Vrijwel alle documenten uit de oorlog die op ‘Openbaarheidsdag’ vrij hadden moeten komen schitterden door afwezigheid. Ze liggen hoogstwaarschijnlijk op het KHA of zijn achtergehouden door het ministerie van Algemene Zaken. Ik bezit een waslijst met heikele onderwerpen waarover gisteren echter geen spoor te bekennen viel. Geheel volgens verwachting overigens. Op het ‘particuliere’ KHA liggen ze veilig.
Die waslijst van mij is ooit als onderdeel van een Kamervraag over het KHA aan Rutte voorgelegd maar de premier draaide er – zoals meestal – vakkundig om heen.
Het gerucht gaat dat Winston Churchill ooit zou hebben gezegd dat de Nederlandse regering in ballingschap een stelletje slapjanussen was. Koningin Wilhelmina was de enige in die regering ‘met ballen’. Dat mag zo zijn maar die ballen hebben haar beoordelingsvermogen kennelijk danig in de weg gezeten, zoals ik op ‘Openbaarheidsdag’ heb moeten constateren.
In mei 1942 weigerde ze nog steeds de Sovjet-Unie, op dat moment een van de belangrijkste bondgenoten tegen Hitler, te erkennen. De Sovjets waren sinds juni 1941 met Hitler in oorlog en dat heeft Duitsland uiteindelijk de nederlaag gekost. De Sovjetlegers hielden maar liefst 80 procent van de Duitse troepen bezig. Wilhelmina had daar geen boodschap aan, al zou ze later bijdraaien. Wat de koningin deed was niet bepaald geniaal. Ze had gewoon een hekel aan communisten. Stalin was een vuige atheïst waarvoor in de religieuze beleving van Hare Majesteit geen plaats was. Zelfs geen strategische. Was ze bekrompen of principieel? Hoe dan ook; in beide gevallen zaten die ballen haar politieke beoordelingsvermogen danig in de weg.
Maar het kon nog erger, bewees ‘Openbaarheidsdag’. Nederland was een van de ondertekenaars van het Atlantisch Handvest (Atlantic Charter) van augustus 1941. President Roosevelt was de drijfveer achter deze intentieverklaring en hij is erin geslaagd alle geallieerde landen het Handvest te laten ondertekenen. Churchill, die samen met Roosevelt – maar zeer tegen de zin van de Britse oorlogsleider in – zijn handtekening onder het stuk plaatste, had geen andere keus. Hij besefte namelijk wat het Handvest op termijn inhield: zelfbeschikkingsrecht van de volkeren. Dus niets minder dan de ondergang van het Britse koloniale wereldrijk. Koloniën waren de Verenigde Staten om een aantal redenen een doorn in het oog waren. Handelspolitiek speelde een grote rol maar er waren ook politieke factoren.
Washington wilde na de oorlog behalve een economische ook een politieke hoofdrol in de wereld. Tot aan het uitbreken van de oorlog had die weinig voorgesteld. De wereldhegemonie was nog steeds vast in Britse handen. De oorlog tegen Hitler had Groot-Brittannië financieel uitgehold en gedurende vrijwel de hele oorlog was Churchill afhankelijk van Amerikaanse materiële en geldelijke steun. Hij kon daarom weinig anders doen dan Roosevelt zijn zin geven. Nederland heeft dat Handvest, zoals gezegd, ook ondertekend maar in tegenstelling tot Churchill heeft Wilhelmina nooit begrepen dat het document het einde van het Nederlandse koloniale rijk inluidde.
In januari 1942 tekende Nederland de Declaration by the United Nations. Daarin stond hetzelfde verhaal maar de Declaration was anders dan het Atlantisch Handvest geen intentieverklaring maar een juridisch bindend internationaal verdrag. Weer zaten de ballen de koningin in de weg.
Landen met grote koloniën, zoals België, Groot-Brittannië, Frankrijk en natuurlijk ook Nederland gingen dus al in 1941 en 1942 in principe akkoord met het afschaffen van hun ‘overzeese gebiedsdelen’. De eerste stap op de weg naar de dekolonisatie was gezet. Met de oprichting van de Verenigde Naties in het najaar van 1945 is dat punt nog eens herbevestigd. In totaal dus drie keer.
Zowel het Atlantic Charter als de Declaration zijn van buitengewoon grote betekenis geweest voor ons afscheid van de koloniën. Maar de impact is nooit tot de koningin doorgedrongen. Volgens Wilhelminabiograaf Cees Fasseur is ze altijd blijven vasthouden aan haar toespraak van 7 december 1942 waarin ze Indonesië ‘interne zelfstandigheid’ beloofde, ‘maar met behoud van de koninkrijksband’. Dat zal best, maar dat spoorde van geen kant met wat Nederland zichzelf in zowel het Handvest als de Declaration juridisch bindend had opgelegd. Behalve politieke blindheid veroorzaakten haar ballen blijkbaar ook een ernstige vorm van leesblindheid. Voor dat inzicht is ‘Openbaarheidsdag’ onmisbaar geweest.
Zouden die stukken niet per ongeluk zijn vrijgegeven?
Zie voor een uitgebreide behandeling van het Atlantic Charter mijn boek Kartels. De Amerikaanse strijd om de wereldhegemonie, pp.169-181 en pp. 295-296.