Berichten

Een Historische Speech?

Op gevaar af voor een zuurpruim te worden uitgemaakt kan ik het niet laten een paar opmerkingen over de veel bejubelde speech van Willem-Alexander op de Dam te maken. Al die lovende, lyrische commentaren die reppen van een ‘historische toespraak’, verbazen me.
Als je er goed naar kijkt, stelt het weinig voor. De laatste tijd zie ik steeds vaker dat alles wat de koning zegt – hoe voorspelbaar ook – met applaus wordt ontvangen. Hoe kan dat?

Wijlen hofbiograaf Cees Fasseur was erg voor de monarchie omdat een troonopvolger zich zijn halve leven lang kan voorbereiden op het koningschap. Zo sla je geen modderfiguur bij een diner omdat je precies weet hoe je je bestek moet hanteren. Als je al die gekozen presidenten ziet klungelen met hun bestek weet je dat Fasseur gelijk had. Te weinig voorbereid. Willem-Alexander eet inderdaad netjes maar speechen (wat ook bij de voorbereiding op het koningschap hoort) heeft hij nooit onder de knie gekregen. Houterig leest hij van de autocue voor; of hij leest – zoals op Koningsdag – zijn dankwoord van papier. Toch worden zijn teksten (veelal geschreven door zijn vaste speechschrijver Jan Snoek) tegen de klippen op geroemd. Wat hij ook zegt. Zo zou zijn eerste kerstspeech als koning volgens De Telegraaf  nog lang in de Nederlandse gemeenschap ‘nadreunen’.

Zijn toespraak gisteren, dodenherdenking 2020 op een uitgestorven Dam, was volgens de media een historische mijlpaal. De koning had zich kritisch uitgelaten. Op de nieuws-site van het NOS journaal vielen woorden als ‘oprecht’ en ‘zeer indrukwekkend en krachtig’. Verslaggever Koninklijk Huis Kysia Hekster: ‘Hij heeft zich nooit op deze manier uitgelaten over zijn overgrootmoeder en is het eerste lid van het koningshuis dat zich hier zo expliciet over uitspreekt.’

Het AD sprak van een ‘historische toespraak’ en een ‘adembenemend goede toespraak’.  Die laatste opmerking was van PvdA-leider Lodewijk Asscher.
Kan de koning bij mij dan helemaal niets goed doen? Jawel. Maar dit is allemaal zo mateloos overdreven. Dat de dochter van Sobibor-overlevende Jules Schelvis het niet droog hield omdat haar vader werd aangehaald door de koning snap ik heel goed. Het gaat mij om de woorden die hij aan zijn overgrootmoeder koningin Wilhelmina wijdde en die nu zo gigantisch worden uitvergroot.

Wat zei de koning in zijn toespraakje van 662 woorden over zijn overgrootmoeder? Hij zei dat mensen zich in de steek gelaten voelden en onvoldoende gehoord. Evenmin voldoende gesteund ‘al was het maar met woorden.’  Dan komt de veelgeroemde passage: ‘Ook vanuit Londen, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet.’ Meer heeft hij niet gezegd, of het moet zijn dat hem dat niet losliet.

 

Hij besteedt vier woorden aan zijn overgrootmoeder, maar ontkracht dan zijn eigen woorden weer grotendeels met de opmerking dat ze ’toch standvastig en fel in haar verzet’ was. Zeven woorden om haar nalatigheid te vergoelijken. Maar die verontschuldiging is klinkklare onzin, want hoe kun je standvastig en fel in je verzet zijn vanuit Londen, waar ze al enkele dagen na het uitbreken van de oorlog naar toe was gevlucht? Toen er nog gevochten werd en soldaten in haar naam sneuvelden?

Toen de bevolking zich ontzet toonde over haar smadelijke vlucht heeft Wilhelmina geprobeerd haar vluchtgedrag in een ander daglicht te plaatsen. Ze had helemaal niet naar Engeland willen vluchten. Het was haar als het ware overkomen. Het Engelse marineschip waarop ze zat, had haar tegen haar wil naar Engeland overgevaren. De vraag is natuurlijk waarom ze aan boord van die Engelse boot is gegaan. En waarom ze ruim voor haar vlucht veel geld naar Londense banken had overgemaakt.

Willem-Alexander is inderdaad de eerste in zijn familie die enkele woorden aan het vluchtgedrag van zijn overgrootmoeder wijdt (lof!), maar dat ‘standvastige’ en ‘felle verzet’ had hij (of Jan Snoek) beter voor zich kunnen houden. In een historische speech hoort geen historische onzin.

Ongetwijfeld heb ik een masochistische inslag. Want wie kijkt als overtuigd republikein nou naar een documentaire (in vier delen) over prinses Beatrix, voormalig koningin der Nederlanden? Wat heb je eraan en wat moet je er mee? In ieder geval heeft het mijn weerzin van de monarchie op peil gehouden. Niet versterkt, dat gaat al sinds lang niet meer.

In de documentaire merk je aan alles dat het moeilijk was mensen te vinden die zich wilden laten interviewen. Beatrix zelf wilde niet meewerken. Personen die eventueel van plan waren mee te doen, zagen er toen ook maar van af. Wat overbleef was een beetje het tweede garnituur.
Mensen die Beatrix na staan, wilden niet omdat het nu eenmaal not done is over haar te praten. Je praat met haar, niet over haar. Een verkeerd woord en ze kijkt je nooit meer aan. De mensen die zich wel lieten strikken maakten niet de indruk tot de intimi van Beatrix (of wijlen prins Claus) te horen, al probeerden ze wel die indruk te wekken. Afgezien misschien van hofdame Miente Boellaard. Maar zij zei, als puntje bij paaltje kwam, op cruciale momenten eigenlijk niets.  Als er tussen al het lakeien-gekakel eens iets aan de orde kwam, dat mogelijk de moeite waard was, volgde er geheid een diepe stilte. De hofdame zei in die gevallen gewoon dat ze er niet op in wilde gaan.

Er werd heel veel en buitengewoon bedachtzaam gezwegen in de serie. Neem priester en theoloog Huub Oosterhuis. Ik was telkens weer bang dat hij voor de camera was ingedut. Totdat hij plotseling een paar  woorden zei, die pareltjes waren van intense doordachtheid. Ook rabbijn Soetendorp sprak aarzelend en woog ieder woord. Kennelijk was ook hij als de dood iets verkeerds te zeggen. Dat deed hij niet. Hij had sowieso weinig te melden. Een kenmerk dat aan vrijwel iedere geïnterviewde in deze serie kleefde.

De serie steunt sterk op de biografie van Jutta Chorus, die nauw bij de productie van de serie betrokken is geweest. In haar boek Beatrix. Dwars door alle weerstanden heen (2013) stond evenmin veel nieuws. Als de mensen die ze interviewde weer eens overliepen van bewondering voor Beatrix, vroeg ze nooit door hoe dat nou kwam en waarom ze zich zo slaafs opstelden. Justine van Lawick, klinisch psycholoog, die Chorus voor haar boek had geïnterviewd, dook ook in de serie weer op.

Beatrix had haar en enkele anderen uitgenodigd voor een brainstormsessie in haar paleis. Ze wilde beter zicht krijgen op wat er in de samenleving leefde. Ze voelde aan dat er onbehagen heerste, waar ze echter geen vat op kreeg. Van Lawick was volkomen van de wap, dat ze bij de Majesteit op bezoek mocht. En zoals de koningin zich had voorbereid op het gesprek. Echt ongelooflijk. Ook van haar medebezoekers kende ze de achtergronden. Ze scheen te denken dat Beatrix die info zelf bij elkaar had gescharreld. Aan het bataljon hulptroepen dat de koningin op alle mogelijke gebieden terzijde staat, had ze kennelijk nooit gedacht. Van Lawick had inhoudelijk nog steeds bitter weinig te melden.

De documentaire komt er grofweg op neer dat Beatrix een perfectionist was, die over alles controle wilde houden. Van haar functioneren als koningin weten we in feite niets af.  De ministeriële verantwoordelijkheid staat dat niet toe. De ministers zijn verantwoordelijk voor alles wat ze doet (en nalaat).  De documentaire maakt ons op het punt van functioneren niets wijzer. Macht had ze niet; wel veel invloed. Die invloed strekt zo ver als de premier toestaat. Als hij zijn rug recht houdt en op zijn strepen staat kan de Majesteit weinig beginnen. De documentaire gaat daar volledig aan voorbij.

Een koning(in) kan dreigen met aftreden, maar tot dusver is er geen monarch geweest, die vrijwillig de kroon aan de wilgen heeft gehangen. Gedreigd is er genoeg. De baan is echter te lucratief en het salaris (‘uitkering’) te buitensporig om zo maar te stoppen. Ook de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn zo buitengewoon riant, dat de koning zich wel tien keer bedenkt om de boel in de steek te laten. De Oranjes beschikken over vier paleizen, ze kunnen vrijwel onbeperkt kosten declareren en ze reizen gratis in alle denkbare vervoersmiddelen (van trein tot vliegtuig). Het is niet voor niets dat het voortbestaan van de monarchie altijd hun hoogste prioriteit is.

Beatrix dreigde overigens niet met aftreden. Ze draaide de zaak om en dreigde niet aan te zullen treden. Dat is niet ongewoon in de Oranje familie. Willem III deed dat ook, maar hij liet zich maar al te graag overtuigen toch de kroon op te zetten.

Midden jaren zeventig speelde de Lockheed-affaire. Prins Bernhard had zich corrupt getoond en moest op de een of andere manier worden ‘bestraft’.  Als Bernhard gevangenisstraf zou krijgen omdat hij zich had laten omkopen door Lockheed zou Beatrix weigeren – beweerde ze althans –  de troon te aanvaarden. Haar moeder, koning Juliana, had namelijk gezegd te zullen aftreden als haar man de bak in moest. Juliana was vermoedelijk inderdaad afgetreden. Ze was toch al op leeftijd en dacht al langer na over abdiceren. Bovendien: het was geen leuke idee koningin te zijn als haar man in bak zat. ‘Uw man is niet meegekomen, Majesteit?’ ‘Nee, die zit in de bak’.

Premier Den Uyl wist drommels goed dat hij Bernhard niet voor de rechter kon sleuren, wilde hij geen politieke zelfmoord plegen. Daarom was zijn insteek vanaf het begin dat Bernhard niet strafrechtelijk zou worden vervolgd. De zogenaamde dreiging van Beatrix gaf Den Uyl een aangename manoeuvreerruimte.

In de Commissie van Drie die Bernhards corrupte gedrag moest onderzoeken was er even sprake van dat een lid van de Hoge Raad zitting zou nemen. Dat ging niet door omdat hij gehouden zou zijn criminele feiten (en die waren er in het geval van Bernhard) bij het OM te melden. Dat was niet de bedoeling. Met spoed werd hij van de kandidatenlijst gehaald. Gerechtelijke vervolging was bij voorbaat uitgesloten.

Als die dingen komen in de documentaire niet voor. Er wordt wel over Lockheed gepraat door oud-minister Bram Stemerdink. Hij doet dat in de sfeer waarvan de hele documentaire doordesemd is, namelijk een kritiekloze, diepe bewondering en eerbied voor Beatrix (harde werker, perfectionist etc.) en het koningshuis. Er valt geen onvertogen woord.

Stemerdink beweerde zelfs dat Beatrix’ dreiging haar moeder niet te zullen opvolgen, de doorslag had gegeven om Bernhard niet voor de rechter te brengen. Dat is onzin.

Maar het is wel de onzin die de NPO, steunpilaar van de monarchie door dik en dun, is toevertrouwd te produceren. Luister maar eens naar een verslag over het koningshuis van Kysia Hekster of Astrid Kersseboom. Beide dames schieten bij die gelegenheden volautomatisch in een staat van langdurige, orgastische vervoering. Het is iets wat je ook bij Jeroen Snel van het royaltyprogramma Koud Bloed kunt zien.

Alles wat Beatrix doet in deze documentaire is als vanzelfsprekend briljant. Of het nou praten is, glimlachen, handen schudden of niet zweten. Ze doet alles professioneel. Zo nodig kan ze heel menselijk overkomen en ze bezit zelfs de capaciteit om verdriet en medeleven te tonen. Zoals ze begaan was met de slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede. Het wordt ons met diepe eerbied verteld. Het hoort natuurlijk gewoon bij haar werk als koningin en ze deed dat inderdaad professioneel. Over haar verdriet bij het overlijden van haar echtgenoot en zoon Friso raakt de documentaire ook niet uitgepraat. Ze ging gewoon dóór, werd met verbazing en eerbied geconstateerd. Zó bijzonder.

Binnen twee weken was ze weer aan het werk. Dat zijn de meesten die iets dergelijks vreselijks overkomt. Het is allemaal in cao’s en dergelijke geregeld. Na een week of zo moet iedereen weer aan de bak. Het is ook het verstandigste wat je kunt doen.  Maar bij Beatrix, als koningin, wordt daar een enorme ophef van gemaakt. Onvoorstelbaar hoe ze dat deed. Bovenmenselijk. Maar ja, de plicht riep. Het enige wat ze had gedaan, was zich normaal menselijk tonen.

Ook in de kleinste dingen was ze fantastisch en niet te overtreffen. Neem bijvoorbeeld grafisch ontwerper Irma Boom. Ze kreeg opdracht een logo voor het prins Claus fonds te ontwerpen. Claus vond het resultaat prachtig, maar wilde toch goedkeuring van Beatrix. Voordat Boom het wist, werd ze gesommeerd naar het paleis te komen, waar Beatrix haar stevig onderhanden nam. Het ging vooral over het kroontje in het ontwerp. Twee uur lang hamerde Hare Majesteit er bij mevrouw Boom in dat de kroon niet iets is om mee te spelen.

Boom vond dat een uitstekend argument, en als iemand een goed argument heeft ‘breng daar dan maar iets tegen in’. Met een kroon speel je niet, had Hare Majesteit benadrukt. En wie kon dat beter weten dan Beatrix? Zij moest als staatshoofd de kroon beschermen. Zij wás de kroon. Volgens de nog steeds verbouwereerde mevrouw Boom was er geen speld tussen de krijgen.

Claus zelf wilde helemaal geen kroon, maar hij liet zijn vrouw haar gang maar gaan. Het geëmmer over dat kroontje – een totaal onbenullig onderwerp – ging maar liefst zes minuten door.

Wie aandrang mocht voelen de serie alsnog te bekijken, moet dat zeker doen. Geheel onbedoeld leggen de makers de volmaakte onbenulligheid van het ‘moderne’ koningschap bloot.