Berichten

Reactie NIOD: Het NIOD heeft kennis genomen van het verschijnen van Het Instituut van Gerard Aalders. Het Instituut is een persoonlijk relaas, en gaat voor een belangrijk deel over conflicten tussen personen die in meerderheid al geruime tijd niet meer werkzaam zijn bij het NIOD. Om reden van privacy is het NIOD als werkgever niet gemachtigd om mededelingen te doen aangaande interne, persoonlijke aangelegenheden.

Wel hechten wij er aan vast te stellen dat Gerard Aalders, in de jaren waarin hij als onderzoeker in dienst van het NIOD was, al dan niet op eigen titel, alles heeft kunnen publiceren wat hij wenste te publiceren.

Reactie voormalig NIOD-directeur Hans Blom: „Het boek en de inhoud daarvan zijn mij bekend. Ik heb besloten daarop niet te reageren.”

Reactie voormalig NIOD-bestuurslid Jan Bank: „Ik laat zijn beweringen voor rekening van de heer Aalders en heb verder niet de behoefte om te reageren.”

Bovenstaande reacties stonden vandaag, 18 april, in NRC die mij had geïnterviewd over mijn nieuwe boek. In Het Instituut beschrijf ik hoe directie en bestuur van het NIOD zich menigmaal zonder noemenswaardig tegenstribbelen schikten naar de wensen van politiek Den Haag en Soestdijk. Ik baseer mijn boek voor een belangrijk deel op correspondentie en rapporten die werden geproduceerd naar aanleiding van onderzoeken die ik uitvoerde. Als ik onderzoek doe, krijg je de resultaten van mijn bevindingen. Met gedroomde of gewenste uitkomsten van opdrachtgevers houd ik uit principe geen rekening. Directie en bestuur gingen daar niet altijd in mee en gooiden zo de naam van het NIOD als onafhankelijk geschiedenisinstituut te grabbel.

Het boek is dus geen ‘persoonlijk relaas’ en het gaat evenmin over conflicten met mensen die ‘al geruime tijd niet meer werkzaam zijn bij het NIOD.’ Het gaat in essentie over het NIOD, dat als gerenommeerd wetenschappelijk instituut helemaal niet zo onafhankelijk was als zijn reputatie doet vermoeden. Het schikte zich al te slaafs naar de wensen van Den Haag en het koningshuis. Dát was de oorzaak van de conflicten waarin ik als onderzoeker verzeild raakte. Ik heb me altijd tegen externe inmenging verzet, hetgeen hevige spanningen opleverde met directie en bestuur. Dát is het onderwerp van mijn boek.

Loe de Jong liet zich niet overdonderen door politici en ministers en weerstond ook zware druk als het ging over het koningshuis. Dat hij een zwak had voor het koningshuis, met name voor koningin Wilhelmina, deed daar niets aan af. In mijn tijd op het NIOD (1993-2010) was die onafhankelijkheid vaak ver  te zoeken.  Soms vreesde ik zelfs voor mijn baan. Om dat nu af te doen als ‘conflicten tussen personen’ is meer dan ridicuul. Dat het NIOD zich in zijn reactie ook nog verschuilt achter redenen van privacy is te bizar voor woorden.

De reactie van Blom kan ik, in tegenstelling tot die van Bank, wel waarderen. Bank doet alles af als ‘beweringen’. Dat is een rare uitspraak voor een bestuurslid dat verondersteld wordt garant te staan voor onafhankelijke geschiedschrijving. Bank zat met de chef van de afdeling onderzoek, Peter Romijn, in de begeleidingscommissie van de affaire Sanders, het boek waarin het NSDAP-lidmaatschap van prins Bernhard wordt onthuld.

Bank schikte zich zonder morren naar de wensen van Den Haag en Soestdijk. Als de kwestie niet was uitgelekt naar Het Parool was het boek wellicht nooit verschenen. Bank heeft zijn overwegingen en tekstsuggesties die bedoeld waren om het gedrag van de prins – waar ook maar mogelijk – te vergoelijken, uitgebreid op papier gezet. Zijn opmerkingen, bedenkingen én pogingen tot vergoelijking liggen ten grondslag aan de passages in het boek die gaan over het nazilidmaatschap van Bernhard. Ik baseer me, kortom, op zijn eigen teksten. Dat Bank dat nu meent te kunnen afdoet als ‘beweringen’ vind ik verbijsterend.

Op internet en YouTube zijn interviews te zien n.a.v. het verschijnen van Het Instituut:
Café Weltschmerz/Argus:

Radio 1 Kunststof:  https://www.nporadio1.nl/kunststof/onderwerpen/498882-gerard-aalders-historicus-schrijver