Berichten

Sekswerkers

Willem-Alexander noemde in de troonrede elf maal ‘migratie’. Er waren ‘acute zorgen’ over migratie, het ontbrak aan ‘grip op migratie’ en niet te vergeten moest de regering zijn gedachten laten gaan over ‘irriguliere migratieroutes’. Hij las zijn tekst voor alsof hij die zelf en niet Dick Schoof en Marjolein Faber had geschreven. En inderdaad, migratie gaat hem ter harte. Zijn eigen familie heeft immers een migrantenachtergrond waardoor de koning zelf nog nauwelijks een spat Nederlands bloed heeft. Gelukkig is dat wel blauw en dat is de reden dat hij het migratieprobleem mogelijk wel ziet maar er zelf geen last van heeft. Er kolken liters Duits bloed door zijn aderen, vermengd met een scheut Russisch. Zijn dochters hebben bovendien Zuid-Amerikaans van moeder Máxima.

Koning Willem III bezorgde ons maar liefst twee migranten: Emma van Waldeck-Pyrmont en Sophie van Württemberg. Willem II zorgde met Anna Paulowna voor een scheut Russisch bloed. Willem-Alexanders opa Bernhard, zijn overgrootvader Hendrik en zijn eigen vader Claus waren allemaal Duitse migranten. Maar leverde dat ‘acute zorgen’ op? Ons wel degelijk, maar de familie zelf niet. Integendeel. Huidige migranten zijn jaloers op nieuwkomers als Hendrik en Bernhard. Beiden arriveerden vrijwel berooid in Nederland, maar werden na aankomst (nee, niet in Ter Apel) meteen in de watten gelegd en bedolven onder privileges, overdreven aanhankelijkheid en bakken met geld.

Nou ja, Hendrik kreeg niets maar hij leende miljoenen die hij nooit terugbetaalde. Dat is ook een vorm van cadeau krijgen. Waar Hendrik wel garant voor stond was narigheid. Om Hendrikiaanse toestanden te voorkomen kreeg Bernhard bij de grens al honderdduizend gulden toegestopt. Dat hij dat zelf had bedisseld als gage voor zijn huwelijk had hij verzonnen, maar Bernhard loog wel vaker. Soms presteerde hij het zelfs een paar zinnen te uiten zonder te liegen. Migranten liegen nu soms ook over hun afkomst maar zo bont als Bernhard heeft het tot dusver nog geen migrant gemaakt.

Migranten die met een Oranje trouwen krijgen een ruime uitkering. Eigenlijk zijn het seksmigranten want ze moeten zorgen voor nageslacht; de allerhoogste prioriteit voor ieder vorstenhuis om zijn positie veilig te stellen. Het eerstgeboren kind wordt vanaf het achttiende levensjaar van staatswege financieel in de watten gelegd. Dat heet ‘uitkering’, dus net zoals statushouders een uitkering krijgen. Het eerste kind krijgt ook een onkostenvergoeding van 1,6 miljoen. Een beetje extra geld om de winter door te komen is altijd meegenomen. Vraag maar na in Ter Apel. Migrantendochter Amalia vond dat bedrag wel wat veel voor een studente die gratis in een grachtenpand woont. Het eerste jaar stortte ze haar vergoedinkje terug, maar toen nam wat haar nog restte aan Oranjebloed de regie weer over en gaat voortaan toch maar cashen om alvast te ‘sparen’ voor haar eigen secretariaat. De kosten daarvan zijn voor de Staat, maar je kunt als kroonprinses niet alles weten.

Máxima wil er als migrant vanzelfsprekend ook wel eens uit. Net zoals je ook wel eens weg wilt uit Ter Apel. Laat Prinsjesdag nou zo’n moment zijn, maar uitgerekend die dag moest ze opdraven om de troonrede aan te horen. Van haar gezicht viel af te lezen hoe intens ze begaan was met migranten. Maar zelf had ze ook een probleem. En hoe! Als Willem-Alexander niet opschoot zou ze te laat in Athene zijn om een herdenkingsconcert voor een overleden vriendin bij te wonen. Zeker als die verdomde balkonscène – die steevast volgt op de troonrede – zou uitlopen.

Het probleem werd opgelost al kostte dat een paar centen. Na wat minzaam gewuif vanaf het balkon werd de koningin/migrant met gillende sirenes en blauwe zwaailichten naar Schiphol gebracht waar een privéjet klaar stond. Kosten: 32.000 euro. Wel jammer dat dat afging van het totaalbedrag (€ 800.000) dat ze jaarlijks mag uitgeven aan vliegkosten. Maar iedere migrant heeft wel eens een probleempje.

Deze column verscheen eerder in De Republikein, nummer 4, december 2024 

Ongetwijfeld heb ik een masochistische inslag. Want wie kijkt als overtuigd republikein nou naar een documentaire (in vier delen) over prinses Beatrix, voormalig koningin der Nederlanden? Wat heb je eraan en wat moet je er mee? In ieder geval heeft het mijn weerzin van de monarchie op peil gehouden. Niet versterkt, dat gaat al sinds lang niet meer.

In de documentaire merk je aan alles dat het moeilijk was mensen te vinden die zich wilden laten interviewen. Beatrix zelf wilde niet meewerken. Personen die eventueel van plan waren mee te doen, zagen er toen ook maar van af. Wat overbleef was een beetje het tweede garnituur.
Mensen die Beatrix na staan, wilden niet omdat het nu eenmaal not done is over haar te praten. Je praat met haar, niet over haar. Een verkeerd woord en ze kijkt je nooit meer aan. De mensen die zich wel lieten strikken maakten niet de indruk tot de intimi van Beatrix (of wijlen prins Claus) te horen, al probeerden ze wel die indruk te wekken. Afgezien misschien van hofdame Miente Boellaard. Maar zij zei, als puntje bij paaltje kwam, op cruciale momenten eigenlijk niets.  Als er tussen al het lakeien-gekakel eens iets aan de orde kwam, dat mogelijk de moeite waard was, volgde er geheid een diepe stilte. De hofdame zei in die gevallen gewoon dat ze er niet op in wilde gaan.

Er werd heel veel en buitengewoon bedachtzaam gezwegen in de serie. Neem priester en theoloog Huub Oosterhuis. Ik was telkens weer bang dat hij voor de camera was ingedut. Totdat hij plotseling een paar  woorden zei, die pareltjes waren van intense doordachtheid. Ook rabbijn Soetendorp sprak aarzelend en woog ieder woord. Kennelijk was ook hij als de dood iets verkeerds te zeggen. Dat deed hij niet. Hij had sowieso weinig te melden. Een kenmerk dat aan vrijwel iedere geïnterviewde in deze serie kleefde.

De serie steunt sterk op de biografie van Jutta Chorus, die nauw bij de productie van de serie betrokken is geweest. In haar boek Beatrix. Dwars door alle weerstanden heen (2013) stond evenmin veel nieuws. Als de mensen die ze interviewde weer eens overliepen van bewondering voor Beatrix, vroeg ze nooit door hoe dat nou kwam en waarom ze zich zo slaafs opstelden. Justine van Lawick, klinisch psycholoog, die Chorus voor haar boek had geïnterviewd, dook ook in de serie weer op.

Beatrix had haar en enkele anderen uitgenodigd voor een brainstormsessie in haar paleis. Ze wilde beter zicht krijgen op wat er in de samenleving leefde. Ze voelde aan dat er onbehagen heerste, waar ze echter geen vat op kreeg. Van Lawick was volkomen van de wap, dat ze bij de Majesteit op bezoek mocht. En zoals de koningin zich had voorbereid op het gesprek. Echt ongelooflijk. Ook van haar medebezoekers kende ze de achtergronden. Ze scheen te denken dat Beatrix die info zelf bij elkaar had gescharreld. Aan het bataljon hulptroepen dat de koningin op alle mogelijke gebieden terzijde staat, had ze kennelijk nooit gedacht. Van Lawick had inhoudelijk nog steeds bitter weinig te melden.

De documentaire komt er grofweg op neer dat Beatrix een perfectionist was, die over alles controle wilde houden. Van haar functioneren als koningin weten we in feite niets af.  De ministeriële verantwoordelijkheid staat dat niet toe. De ministers zijn verantwoordelijk voor alles wat ze doet (en nalaat).  De documentaire maakt ons op het punt van functioneren niets wijzer. Macht had ze niet; wel veel invloed. Die invloed strekt zo ver als de premier toestaat. Als hij zijn rug recht houdt en op zijn strepen staat kan de Majesteit weinig beginnen. De documentaire gaat daar volledig aan voorbij.

Een koning(in) kan dreigen met aftreden, maar tot dusver is er geen monarch geweest, die vrijwillig de kroon aan de wilgen heeft gehangen. Gedreigd is er genoeg. De baan is echter te lucratief en het salaris (‘uitkering’) te buitensporig om zo maar te stoppen. Ook de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn zo buitengewoon riant, dat de koning zich wel tien keer bedenkt om de boel in de steek te laten. De Oranjes beschikken over vier paleizen, ze kunnen vrijwel onbeperkt kosten declareren en ze reizen gratis in alle denkbare vervoersmiddelen (van trein tot vliegtuig). Het is niet voor niets dat het voortbestaan van de monarchie altijd hun hoogste prioriteit is.

Beatrix dreigde overigens niet met aftreden. Ze draaide de zaak om en dreigde niet aan te zullen treden. Dat is niet ongewoon in de Oranje familie. Willem III deed dat ook, maar hij liet zich maar al te graag overtuigen toch de kroon op te zetten.

Midden jaren zeventig speelde de Lockheed-affaire. Prins Bernhard had zich corrupt getoond en moest op de een of andere manier worden ‘bestraft’.  Als Bernhard gevangenisstraf zou krijgen omdat hij zich had laten omkopen door Lockheed zou Beatrix weigeren – beweerde ze althans –  de troon te aanvaarden. Haar moeder, koning Juliana, had namelijk gezegd te zullen aftreden als haar man de bak in moest. Juliana was vermoedelijk inderdaad afgetreden. Ze was toch al op leeftijd en dacht al langer na over abdiceren. Bovendien: het was geen leuke idee koningin te zijn als haar man in bak zat. ‘Uw man is niet meegekomen, Majesteit?’ ‘Nee, die zit in de bak’.

Premier Den Uyl wist drommels goed dat hij Bernhard niet voor de rechter kon sleuren, wilde hij geen politieke zelfmoord plegen. Daarom was zijn insteek vanaf het begin dat Bernhard niet strafrechtelijk zou worden vervolgd. De zogenaamde dreiging van Beatrix gaf Den Uyl een aangename manoeuvreerruimte.

In de Commissie van Drie die Bernhards corrupte gedrag moest onderzoeken was er even sprake van dat een lid van de Hoge Raad zitting zou nemen. Dat ging niet door omdat hij gehouden zou zijn criminele feiten (en die waren er in het geval van Bernhard) bij het OM te melden. Dat was niet de bedoeling. Met spoed werd hij van de kandidatenlijst gehaald. Gerechtelijke vervolging was bij voorbaat uitgesloten.

Als die dingen komen in de documentaire niet voor. Er wordt wel over Lockheed gepraat door oud-minister Bram Stemerdink. Hij doet dat in de sfeer waarvan de hele documentaire doordesemd is, namelijk een kritiekloze, diepe bewondering en eerbied voor Beatrix (harde werker, perfectionist etc.) en het koningshuis. Er valt geen onvertogen woord.

Stemerdink beweerde zelfs dat Beatrix’ dreiging haar moeder niet te zullen opvolgen, de doorslag had gegeven om Bernhard niet voor de rechter te brengen. Dat is onzin.

Maar het is wel de onzin die de NPO, steunpilaar van de monarchie door dik en dun, is toevertrouwd te produceren. Luister maar eens naar een verslag over het koningshuis van Kysia Hekster of Astrid Kersseboom. Beide dames schieten bij die gelegenheden volautomatisch in een staat van langdurige, orgastische vervoering. Het is iets wat je ook bij Jeroen Snel van het royaltyprogramma Koud Bloed kunt zien.

Alles wat Beatrix doet in deze documentaire is als vanzelfsprekend briljant. Of het nou praten is, glimlachen, handen schudden of niet zweten. Ze doet alles professioneel. Zo nodig kan ze heel menselijk overkomen en ze bezit zelfs de capaciteit om verdriet en medeleven te tonen. Zoals ze begaan was met de slachtoffers van de vuurwerkramp in Enschede. Het wordt ons met diepe eerbied verteld. Het hoort natuurlijk gewoon bij haar werk als koningin en ze deed dat inderdaad professioneel. Over haar verdriet bij het overlijden van haar echtgenoot en zoon Friso raakt de documentaire ook niet uitgepraat. Ze ging gewoon dóór, werd met verbazing en eerbied geconstateerd. Zó bijzonder.

Binnen twee weken was ze weer aan het werk. Dat zijn de meesten die iets dergelijks vreselijks overkomt. Het is allemaal in cao’s en dergelijke geregeld. Na een week of zo moet iedereen weer aan de bak. Het is ook het verstandigste wat je kunt doen.  Maar bij Beatrix, als koningin, wordt daar een enorme ophef van gemaakt. Onvoorstelbaar hoe ze dat deed. Bovenmenselijk. Maar ja, de plicht riep. Het enige wat ze had gedaan, was zich normaal menselijk tonen.

Ook in de kleinste dingen was ze fantastisch en niet te overtreffen. Neem bijvoorbeeld grafisch ontwerper Irma Boom. Ze kreeg opdracht een logo voor het prins Claus fonds te ontwerpen. Claus vond het resultaat prachtig, maar wilde toch goedkeuring van Beatrix. Voordat Boom het wist, werd ze gesommeerd naar het paleis te komen, waar Beatrix haar stevig onderhanden nam. Het ging vooral over het kroontje in het ontwerp. Twee uur lang hamerde Hare Majesteit er bij mevrouw Boom in dat de kroon niet iets is om mee te spelen.

Boom vond dat een uitstekend argument, en als iemand een goed argument heeft ‘breng daar dan maar iets tegen in’. Met een kroon speel je niet, had Hare Majesteit benadrukt. En wie kon dat beter weten dan Beatrix? Zij moest als staatshoofd de kroon beschermen. Zij wás de kroon. Volgens de nog steeds verbouwereerde mevrouw Boom was er geen speld tussen de krijgen.

Claus zelf wilde helemaal geen kroon, maar hij liet zijn vrouw haar gang maar gaan. Het geëmmer over dat kroontje – een totaal onbenullig onderwerp – ging maar liefst zes minuten door.

Wie aandrang mocht voelen de serie alsnog te bekijken, moet dat zeker doen. Geheel onbedoeld leggen de makers de volmaakte onbenulligheid van het ‘moderne’ koningschap bloot.