Berichten

Dinsdag 9 februari behandelde het actualiteitenprogramma Brandpunt met verve mijn boek over twee eeuwen majesteitsschennis.
Natuurlijk komt in 13 minuten zendtijd lang niet alles aan de orde, maar de kern van het boek – namelijk dat de wet op de majesteitsschennis buitengewoon willekeurig werd (en wordt) toegepast – kwam glashelder uit de verf. Bekende Nederlanders kunnen zich vrijwel alles veroorloven, maar Onbekende Nederlanders worden nog steeds getracteerd op forse boetes. De maximale geldboete is 20.250 euro, maar je kunt ook voor maximaal vijf jaar achter de tralies gaan. RTL Boulevard belichtte de kwestie vanuit een ander perspectief.
Frits Boer, sinds kort gepensioneerd als kinderpsychiater, maakte in zijn studententijd een grapje met een foto van een pin up die veel op prinses Beatrix leek.

 ‘Me vel is me vel’ op de plaat was een verwijzing naar Befehl ist Befehl, wat op zijn beurt weer sloeg op Claus van Amsberg, die tijdens de oorlog in de Duitse Wehrmacht had gediend. Boer kreeg twee weken gevangenisstraf en in hoger beroep zelfs drie. Het was iets totaal onschuldigs, maar hij kreeg er wel een strafblad voor. Dat dreigde zelfs nog even zijn carrière in gevaar te brengen.

Gerard Cox zong in 1966 ‘Arme ouwe, blijf maar zitten op je troon’. Een liedje over een beetje zielige Provo met een sterke moederbinding. De Provo in Cox zou koningin Juliana het liefst zo snel mogelijk willen zien vertrekken, maar ach, ze is zo aandoenlijk en ze lijkt zo op zijn eigen moeder. Toen op Prinsjesdag 1966  een aantal van zijn collega-provo’s lekker gingen rellen in Den Haag, bleef de ik-figuur thuis:

‘Niet dat ik pro-Oranje ben, ik haat de monarchie
Ik kan wel kotsen als ik Trix of Claus of Bernhard zie.’

Dan komt koningin Juliana aan de beurt die Cox dus zo aan zijn moeder doet denken:

‘En Juliaan is ook niet veel, dat geef ik dadelijk toe
Ze is volstrekt verwerpelijk, maar ze lijkt zo op me moe’

Dan zingt Cox begaan:

‘Arme ouwe, blijf maar zitten op je troon
Ach, wat zouden wij jou daar nou af gaan douwen
Blijf maar zitten, net als vroeger doodgewoon
arme arme arme ouwe.’

Cox zong deze tranentrekker tijdens een try-out in Tiel. Een deel van het publiek verliet woedend de zaal en een diender wachtte hem in de kleedkamer op. Hij kwam er als Bekende Nederlander met een waarschuwing vanaf, maar Frits Boer kreeg drie weken cel voor een gefotoshopte Beatrix look-a-like.

Het boek staat vol met volstrekt willekeurige ingrepen van het Openbaar Ministerie. Zo kreeg de befaamde socialist Domela Nieuwenhuis een jaar gevangenistraf omdat hij had gezegd dat Willem III – ook bekend onder zijn veelzeggende bijnaam ‘Koning Gorilla’ – ‘niet veel van zijn baantje had gemaakt’.
Het was de enige manier om hem aan te pakken, want formeel bestond er vrijheid van meningsuiting. De wet op de majesteitsschennis bood de autoriteiten gelegenheid om socialisten en ander gespuis  op te pakken.
Hun kritiek op de mensonterende sociale omstandigheden, de honger en de werkeloosheid was volkomen terecht. Maar de koning had een fors inbreng in het landsbestuur en als je daar kritiek op had, was dat  ‘hoon’ of ‘laster’ van Zijne Majesteit.

Bij het overlijden van Willem III zag Domela Nieuwenhuis zijn kans schoon. Inmiddels was hij een Bekende Nederlander. In zijn blad Recht voor allen schreef hij een artikel die alleen uit een kop bestond: ‘Het leven van koning Willem III den Groote, in al deszelfs hooge betekenis voor het Volk geschetst’. De kolommen eronder bleven blanco.
Treffender kon het leven van ‘iemand die zo weinig van zijn baantje’ had gemaakt niet worden geschetst, en vermoedelijk ook nauwelijks beledigender: het leven van ‘Willem den Groote’ als één grote leegte. Justitie liet hem ditmaal ongemoeid.

Tekenaar ‘Willem’, nog steeds actief als cartoonist voor het roemruchte Franse satirische blad Charlie Hebdo, tekende in september 1966 koningin Juliana als raamprostituee. De prent stond in God, Nederland en Oranje, het cartoonblad van de Provobeweging. Aanleiding was de verhoging van haar staatstoelage in een tijd van loonmatiging. Het prijskaartje dat voor Juliana’s peeskamertje hing, verwees naar haar jaarlijkse uitkering van 5,2 miljoen gulden. Holtrop werd vrijgesproken van majesteitsschennis, maar kreeg wel een boete van 250 gulden voor een cartoon in hetzelfde nummer van God, Nederland en Oranje; de rechter achtte die beledigend voor het openbaar gezag en de politie.
Een student die de ‘Provoklamatie’ van Holtrop in Leiden als pamflet had verspreid, kreeg zes weken celstraf. Peter Schat, zijn faam als componist was toen nog toekomstmuziek, kreeg tweehonderd gulden boete omdat de drukpers in de kelder van zijn huis stond.
Willekeuriger kan haast niet, al zijn de tijden sinds Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) wel veranderd: de beul onthoofde de bejaarde staatsman (72) omdat hij prins Maurits had beledigd: majesteitsschennis dus. Maurits heeft de rechtsgang gemanipuleerd; bij een reguliere gang van zaken had hij geen schijn van kans gehad zijn tegenstander te laten ombrengen.

Weg met de koning! vertelt ook de geschiedenis van het huis van Oranje, hoewel de bloedlijn met stamvader Willem de Zwijger al sinds enkele eeuwen flinter- en flinterdun is. Op de keeper beschouwt zijn de prestaties van het Huis door de eeuwen heen lang niet altijd groots en meeslepend geweest. Integendeel. Wat nooit afnam was de liefde voor het Oranjehuis onder bepaalde delen van de bevolking, al dan niet gemanipuleerd. En dat veel slechtziende historici (verblind door een oranjewaas) het Huis eeuwenlang de hemel hebben ingeprezen, heeft ook zijn invloed gehad.

Als de wet op de majesteitsschennis één ding heeft bewezen, is dat hij afgeschaft moet worden. Omstreeks april zal D66 daartoe een voorstel indienen.

Heeft Willem-Alexander een belastingmoraal?

Een onmogelijke vraag. Maar mocht hij die ontberen dan kan de koning daar niets aan doen want de familie van Oranje wordt belastingtechnisch al sinds de stichting van het Koninkrijk in 1813 met fluwelen handschoenen aangepakt.

Dat de Oranjes “gewoon” belasting betalen, zoals Rutte laatst in de Tweede Kamer betoogde, is natuurlijk onzin. De minister-president heeft zijn kunstje afgekeken van de Rijksvoorlichtingsdienst die dit al sinds jaar en dag op zijn website beweert. Volgens de RVD betalen de leden van het Koninklijk Huis “de belastingen die ook voor andere burgers van toepassing zijn”. Afgezien dan van een aantal bij wet geregelde specifieke vrijstellingen, zo voegt de dienst daar aan toe. Wie al de uitzonderingen leest, krijgt de indruk dat de RVD het eerlijkheidshalve beter andersom had kunnen formuleren; namelijk dat het Koninklijk Huis, een paar uitzonderingen daargelaten, vrijgesteld zijn van fiscale lasten.

Er moet wel onderscheid worden gemaakt tussen Koninklijk Huis en Koninklijke Familie. Van de Familie ben je lid door geboorte; het lidmaatschap van het Koninklijk Huis is in een speciale wet geregeld.
Alle voorrechten van de Familie zijn vastgelegd in de Grondwet of een daaruit voortvloeiende speciale wet. Kom daar als gewone burger maar eens om. In de praktijk is de honorering van het Koninklijk Huis geregeld bij de `Wet Financieel Statuut van het Koninklijk Huis’. Daarin wordt de hoogte van hun `uitkering’ bepaald. Wie zijn die uitkeringstrekkers? Op dit moment Willem-Alexander, Máxima en prinses Beatrix. De kroonprinses (de ‘vermoedelijke troonopvolger’) krijgt ‘pas’ op haar achttiende een uitkering en natuurlijk een secretariaat. Als prins Claus nog had geleefd had hij ook op de rol gestaan. En als de ouders van Beatrix nog onder ons waren geweest, hadden ook zij geen omkijken naar hun financiële situatie gehad.
Tonnen per jaar zouden ze hebben opgestreken.
De uitkering van Willem-Alexander is in 2015 854.000 euro, Máxima kan 339.00 euro tegemoet zien, terwijl prinses Beatrix het moet stellen met 483.000 euro. Uiteraard heeft de afgetreden vorstin ook recht op haar maandelijkse AOW-uitkering.

De koning krijgt nog eens 4.5 miljoen voor extra uitgaven, Máxima bijna zes ton en Beatrix 962.000 euro. Ze wonen, vliegen, rijden, varen en reizen gratis en kunnen altijd – mochten ze alsnog krap bij kas komen te zitten – terugvallen op een riante declaratieregeling. De kosten voor de beveiliging zijn staatsgeheim, maar alles bij elkaar zal de belastingbetaler dit jaar voor het Koninklijk Huis toch naar ruwe schatting in totaal  een slordige 135 miljoen euro moeten ophoesten.

Terug naar de belastingmoraal. Wie zo in de watten wordt gelegd krijgt niet eens de kans er een te ontwikkelen. De Grondwet van 2 maart 1814 regelde voor het eerst het inkomen van de koning: 1.5 miljoen gulden. Daarnaast wordt er een zomer- en winterverblijf voor Willem I geregeld. Het woord belasting valt nergens. Hij krijgt de anderhalf miljoen schoon in het handje.
Al een jaar later krijgt Willem een forse verhoging uit “’s Lands kas” zoals artikel 30 van de Grondwet het toen formuleerde. Voortaan strijkt hij belastingvrij 2.4 miljoen gulden op. België was dank zij de grote mogendheden bij Nederland gevoegd en dus had koopman koning Willem extra sores. Daarvoor kreeg hij het voor destijds fenomenale bedrag van negen ton extra uitgekeerd. Het zij hem gegund met zo’n zware baan.
In 1840 is het echter al weer uit met België en dat merkt de koning direct – nog steeds belastingvrij – in zijn portemonnee: hij moet terug naar de uitkering van 1814 à 1.5 miljoen gulden. Naast de uitkering noemt de Grondwet ook regelmatig het koninklijk inkomen uit de domeinen, maar die laat ik hier verder buiten beschouwing.
Tot aan 1972 gaat het uitkeren aan de koning vrolijk door zonder dat ooit het b-woord (belasting) valt in de desbetreffende Grondwetartikelen. De uitkeringen die sinds 1922 niet langer uit “’s Lands kas’ maar uit “’s Rijks kas” komen variëren natuurlijk wel.

In 1972 komt het kabinet Biesheuvel met een vernieuwd Grondwetartikel 22 “Inkomen leden Koninklijk Huis; Vermogensbestanddelen, Vrijdom van belasting”.  Daar was een jarenlange discussie aan voorafgegaan. In april 1967 bracht de “commissie belastingvrijdom koninklijk huis” (de commissie Simons) haar rapport uit met de conclusie dat de onafhankelijkheid van het staatshoofd gewaarborgd moest zijn en dat daarom de erfbelasting (successierechten) moest worden afgeschaft. In de praktijk was dat overigens al het geval: in 1947 had PvdA-minister Piet Lieftinck het vermogen van Wilhelmina met een ministeriële beschikking vrijgesteld van successierechten. De koningen in de negentiende eeuw betaalden die belasting trouwens wel.

De vrijheid van erfbelasting is gebaseerd op deze gedachtegang: om een onafhankelijke positie te kunnen waarborgen moet de Koning over een eigen vermogen beschikken. Wie dacht dat de koning van nature en vanwege zijn afkomst boven de partijen stond heeft het dus mis want: “anders dan bij de vermogensbelasting tast immers het successierecht – en hetzelfde geldt ook voor het schenkingsrecht en het recht van overgang – het vermogen aan”. Dat mag bij burgers wel maar bij de koning dus niet. De angst lijkt te zijn dat een koning zonder eigen vermogen wel eens door rijke snoodaards kan worden omgekocht om gunsten te verlenen. Het eigen vermogen zou ook nodig zijn om incidenteel excessieve uitgaven te kunnen doen en privébestedingen op te vangen. Alleen dan zou de koning onafhankelijk zijn van “zogenaamde weldoeners, waartegenover de Koning zich verplicht zou kunnen voelen, indien zij uitgaven voor hun rekening nemen”. Was dit nou slaafs likken van koninklijke hielen door de commissie Simons of had men toen al een vermoeden van de corrupte praktijken van de echtgenoot van ons toenmalige staatshoofd, prins Bernhard?

Tijdens de verdediging van het voorstel in de kamer herinnerde de dienstdoende staatssecretaris van Financiën (hij gaat immers over de belastingen) de Eerste Kamer eraan dat de Koning zelf niet in staat was een vermogen te verdienen door functies in het economische leven aan te nemen. Dat zou zijn onafhankelijkheid in gevaar kunnen brengen.
Dat was natuurlijk waar, maar de koning mag naar hartenlust beleggen of bijvoorbeeld onroerend goed transacties doen. Over dergelijke inkomsten moet hij dus wel belasting betalen maar of hij dat ook doet? Alleen de belastinginspecteur weet dat. De vraag is of hij bij vermoeden van een te geringe opgaaf aan de bel durft te trekken. Riskeert hij dan niet de toorn van minister Dijsselbloem? Die had er immers wel erg veel begrip voor dat Kees van Dijkhuizen, financieel directeur van ABN-AMRO, zijn nevenfunctie als bestuurslid van een ‘financiële holding’ van de koning verborgen had gehouden.

Een aantal jaren geleden liet koningin Beatrix toe dat een aantal van haar familieleden haar werkpaleis als postadres gebruikten om belastingbetaling te ontwijken. Het geeft op zijn minst aan dat de Koninklijke Familie de weg naar de belastingparadijzen kent.

Binnenkort debatteert de Tweede Kamer over belastingbetaling van het Koninklijk Huis. Belasting betaal je over je inkomen (of uitkering). Als de Kamer zou beslissen eerst het inkomen op te krikken zodat Willy en Max niet merken dat ze belasting gaan betalen hebben we met zijn allen een Pyrrusoverwinning behaald.

Boeken