RTLnieuws, donderdagavond, 09-07-2015: ‘Niemand wist er van, en niemand mocht het ook weten: het project van prins Bernhard om neushoorns te redden en te infiltreren in de neushoornhandel. Het was geheim. Tot nu.’
Dat Bernhard twee schilderijen had verkocht om de neushoorn te redden had alle alarmbellen moeten doen rinkelen. Bernhard gaf nóóit wat weg. Het ” nieuws’ is al een kwart eeuw oud en het liep in tegenstelling tot wat de zender beweerde heel slecht af. Vertrouw Bernhard (of zijn vrienden) nooit als bron. De kans dat je wordt belazerd is bijna honderd procent.
‘Operatie Lock’ kwam voor het eerst naar buiten in 1991. Bernhard bleek geld beschikbaar te hebben gesteld voor een legertje van (voornamelijk Britse) huurlingen die het stropen in Afrikaanse wildparken moest aanpakken. Op zich een nobele gedachte.
‘Lock’ werd in 1987 opgericht door Bernhard, samen met John Hanks, de directeur van de afdeling Afrika van het Wereldnatuurfonds (WNF), en was actief in zes landen. Het probleem was volgens Hanks dat er veel geld werd gestoken in de bescherming van neushoorns, maar dat er praktisch niets werd gedaan om de handel in ivoor tegen te gaan. Hanks is de bron van het RTLNieuwsbericht.
Bernhard was zich ervan bewust dat het een riskante onderneming was die bovendien erg gevoelig lag omdat ze in strijd was met de officiële politiek van het WNF. De soldaten van Bernhards privéleger infiltreerden in de illegale ivoorhandel en ontdekten bovendien dat het Zuid-Afrikaanse leger – in samenwerking met terreurbewegingen uit Angola en Mozambique – dik geld verdiende aan de handel in ivoor en hoorn van neushoorns. Trouwens ook aan wapens, munitie en drugs. In 1989 trokken Hanks en Bernhard zich terug uit het project.
Operatie Lock liep totaal uit de hand. Het legertje van Bernhard infiltreerde niet alleen in de illegale ivoor- en hoornhandel (om noodzakelijke informatie te verzamelen) maar begon ook zelf handel in ivoor te drijven. Het verschil tussen de good en de bad guys was in een mum van tijd verdwenen. Bernhards huurleger organiseerde zijn eigen smokkelroutes, begon daarnaast de Zuid-Afrikaanse bevolking te terroriseren en fungeerde als speciale trainingseenheid van groepen die door de Zuid-Afrikaanse regering werden ingezet tegen het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) van Nelson Mandela.
Operatie Lock zou moordaanslagen op ivoorhandelaren hebben beraamd. De mannen van Operatie Lock trainden anti-stroperseenheden die niet keken op een leven meer of minder. Stropers zouden in de meeste gevallen zwarte Afrikanen zijn. De lokale Afrikaanse bevolking werd trouwens toch met argusogen bezien en werd bij het minste of geringste verdacht van stropen met alle gevolgen van dien. Van enig begrip voor Afrikanen die al eeuwenlang in de gebieden hadden gewoond, die door het WNF tot wildparken waren uitgeroepen (en daarom in een aantal gevallen naar een ander gebied waren gedeporteerd) was geen sprake.
Toen op een bepaald moment werd vastgesteld dat 400.000 pond spoorloos was verdwenen, was dat de bevestiging dat ‘Operatie Lock’ op hol was geslagen. Bernhard had gemerkt dat van de ongeveer 800.000 pond die hij in het project had gestoken meer dan de helft verdwenen was. Hij klaagde zijn nood bij de Britse prins Philip, de fungerende WNF-president. Scotland Yard stelde een onderzoek in.
Opnieuw dreigde Bernhard in een internationaal schandaal verwikkeld te raken. (de Lockheed-affaire was net achter de rug). De prins was immers de verantwoordelijke man achter Lock. Of hij niets van de wandaden van zijn huurlingenleger heeft geweten, werd in twijfel getrokken. Het WNF ontkende iedere betrokkenheid bij Operatie Lock. Het was een privéactie van de prins, waarmee de organisatie niets te maken had. Dat de onderneming volledig uit de hand was gelopen was duidelijk.
In Nederland haalde het verhaal echter nauwelijks de publiciteit en de reacties waren navenant. Het bleef bij Bernhards ‘geldelijke betrokkenheid’ bij een organisatie die via undercovermethoden de handel in ivoor wilde tegengaan.
Toen de RVD met het bericht naar buiten kwam dat de prins twee miljoen aan ‘eigen vermogen’ in het project had gestoken, reageerde de pers (afgezien van de Groene) evenmin. Volgens de RVD vond Bernhard de strijd tegen de illegale ivoorhandel zo belangrijk dat hij had besloten buiten het WNF om geld te geven.
Een royale gift uit Bernhards eigen vermogen? Dat had alle alarmsignalen op rood moeten zetten. Het zou de eerste keer zijn dat de prins zich daadwerkelijk als filantroop manifesteerde. Eerder had hij beweerd dat hij het smeergeld van Lockheed aan het WNF had geschonken. Het bleek een leugen.
Een van degenen die zich op het verhaal stortte was de Ier Kevin Dowling. Hij had een aantal bejubelde documentaires over natuurbeheer op zijn naam staan, die waren uitgezonden door onder andere de BBC en Channel 4. Tijdens zijn werk raakte Dowling steeds meer gefascineerd door de ongekende macht en invloed van het WNF.
‘Meer dan acht miljoen vierkante kilometer van de wereld is benoemd tot wildpark of anderszins beschermd natuurgebied. Het is een gebied groter dan het gehele continent van Australië, groter dan India, Afghanistan, Iran en Irak tezamen, en het wordt direct geregeerd door organisaties als het WNF, die de mensen die er wonen behandelt als slaven. Maar dat wist ik niet toen ik eraan begon. Ik geloofde organisaties als WNF op hun woord, slikte hun propaganda en gaf het door.’
In Zambia hoorde Dowling voor het eerst over ‘Operatie Lock’, wie er achter zaten en dat de organisatie was geïnfiltreerd in de ivoorhandel. Dowling was toen bezig met een documentaire voor het WNF ‘Tenpence in the Panda’. Toen hij naar de smaak van het WNF teveel over haar methodes had ontdekt, had hij het voorgoed verbruid. Vooral omdat hij kon aantonen dat zijn informatie uit een intern rapport van het WNF zelf kwam.
Zo bleek onder andere dat gefortuneerde jagers in door het WNF beheerde wildparken tegen forse betaling op olifanten en neushoorns mochten schieten.
Een toezichthouder van een wildpark in Tanzania regelde bij ‘zijn president’ speciale vergunningen zodat de jagers konden ‘oogsten’ wat ze zelf wilden. Bernhard, een jachtliefhebber, benutte zelf niet alle kansen om groot Afrikaans wild dood te schieten; hij stelde zich later steeds vaker tevreden met het maken van films en foto’s.
Volgens Dowling gedroegen de natuurbeschermers zich in hun gebied als feodale vorsten. En altijd kregen de zwarten de schuld. Zwarte stropers konden eigenlijk maar beter ter plekke worden doodgeschoten. Bewoners van wildparken – voor zover niet gedeporteerd – hadden geen rechten, maar hun woongebieden fungeerden ondertussen wel als uitvalsbasis of trainingskamp voor allerhande huurlingen.
Dowling sprak met Channel 4 af een programma te maken over ‘Operatie Lock’, waarover hij een indrukwekkende hoeveelheid informatie had verzameld; niet zelden van insiders. Dowling had zelfs bronnen binnen de Zuid-Afrikaanse geheime dienst en het leger. In 1997 trok Channel 4 plotseling zijn handen af van Dowlings documentaire, die klaar was op de montage na. De zender had een telefoontje gekregen van een van prins Philips naaste medewerkers. Als bij toverslag voldeed de film niet meer aan de kwaliteitseisen van het station, terwijl de verantwoordelijke filmmaatschappij al meer dan tweeduizend documentaires aan Channel 4 had geleverd. De documentaire werd nooit uitgezonden; Kevin Dowling is dood.
De verhalen in de media waren voor president Nelson Mandela van Zuid-Afrika reden om een onderzoek te laten instellen. Rechter M.E. Kumleben kreeg opdracht de zaak uit te zoeken en werd door Mandela benoemd tot voorzitter van de ‘Commission of Inquiry into the Alleged Smugglings of and Illegal Trade in Ivory and Rhinoceros Horn in South Africa’.
In 1996 leverde de rechter zijn rapport in. Het Zuid-Afrikaanse leger bleek zich schuldig te hebben gemaakt aan het uitmoorden van beschermde diersoorten als olifanten en neushoorns. Het leger was inderdaad betrokken geweest bij de handel in ivoor en hoorn. Dat alles had zich afgespeeld tussen 1975 en 1987. Het leger had de bedreigde neushoorns en olifanten vooral uitgemoord in Angola en Namibië, waar het regelmatig illegaal binnentrok om jacht te maken op guerrillastrijders die zich daar schuilhielden.
Het rapport-Kumleben besteedde ook de nodige aandacht aan Operatie Lock en prins Bernhard. Lock bleek te zijn uitgevoerd door de firma KAS Enterprises Ltd en was inderdaad een privé-initiatief van prins Bernhard geweest. KAS had voor Operatie Lock voornamelijk voormalige Britse ex-commando’s in dienst genomen. Rechter Kumleben kwam tot de conclusie dat zich in Afrika veel kwalijke zaken onder het mom van natuurbescherming afspeelden. Een groot internationaal netwerk met verschillende economische belangen had via het WNF enorme stukken beschermd natuurgebied onder controle gekregen. Die gebieden fungeerden als thuisbasis voor hun illegale praktijken.
Kumleben had tal van aanwijzingen dat Lock betrokken was geweest bij aanslagen op de bevolking van Zuid-Afrika, maar durfde daarover bij gebrek aan voldoende bewijs geen harde uitspraken te doen. Ook zouden de huurlingen van Operatie Lock ‘bevrijdingsbewegingen’ hebben getraind. Een Zuid-Afrikaanse militaire inlichtingendienst die op zijn beurt in Operatie Lock was geïnfiltreerd, ontdekte dat de leider van Bernhards privéleger de Zuid-Afrikaanse regering samenwerking had aangeboden. Als ze met Lock samenwerkten zou die informatie over anti-apartheidsorganisaties in het buitenland doorspelen. Het verschil tussen de aanvankelijke intentie en de uitvoering van Bernhards plan had niet groter kunnen zijn.
Nog even terug naar Bernhards eerste filantropische oprisping. Het zat anders in elkaar dan de RVD het heeft voorgesteld.
In het najaar van 1988 bood Sotheby’s in Londen twee schilderijen te koop aan uit de privécollectie van Juliana en Bernhard. De verkoop vond plaats op een bijzondere veiling: A Future for Nature. Geveild werden ‘De heilige familie’ van de Spanjaard Bartolomé Esteban Murillo en ‘De verkrachting van Europa’ dat wordt toegeschreven aan de Italiaanse Elisabetti Sirani. De Murillo, vooraf geschat op 60.000 tot 80.000 pond, bracht maar liefst 600.000 Britse ponden op. De Sirani, getaxeerd op 6.000 à 8.000 pond, deed het verhoudingsgewijs nog beter en wisselde voor 100.000 pond van eigenaar
De koper of kopers van de stukken wilden in beide gevallen anoniem blijven. De veiling was georganiseerd door Heinrich von Thyssen-Bornemisza, een gewaardeerd lid van de Pandaclub (een club die het WNF financieel steunt) en zelf een fameus kunstverzamelaar. De opbrengst was volgens de catalogus bestemd voor het WNF (wat bij nader inzien ‘Operatie Lock’ bleek te zijn).
De verkoop voldeed aan alle voorwaarden voor een fiscale truc. Natuurbescherming kan belastingtechnisch heel aantrekkelijk zijn, omdat giften aftrekbaar zijn. Uit een brief van Juliana’s schatkistbewaarder aan het WNF blijkt dat Juliana zich verplichtte vijf jaar lang 200.000 pond aan het WNF in Zwitserland te betalen.
De verkoop had Juliana een prachtige aftrekpost opgeleverd voor twee schilderijen die nog geen tien procent waard waren van het bedrag waarvoor ze werden verkocht (volgens artikel 40 van de Grondwet wordt de koning geacht belasting te betalen over extra inkomsten). De schilderijentruc wordt naar verluidt vaker in de kunstwereld toegepast en werkt zo goed omdat de kopers anoniem kunnen blijven. Op die manier is het bijvoorbeeld mogelijk je eigen schilderij te kopen. Geen haan die ernaar kraait. Er wordt er een mooie aftrekpost gecreëerd, het schilderij blijft in eigen bezit en de koopsom vloeit terug in eigen zak.
Het is overigens zeer de vraag of Bernhard mede-eigenaar van die schilderijen was of dat ze privébezit van Juliana waren. Ze waren niet in gemeenschap van goederen getrouwd en van een gezamenlijke kunstcollectie is – voor zover bekend – nooit sprake geweest. Als dat juist is, dan heeft prins Bernhard mooi weer gespeeld met het bezit van zijn echtgenote, die er overigens vanwege het fiscale douceurtje niet onder hoefde te lijden.